Paniekstoornis

Bij een paniekaanval kunnen de volgende symptomen optreden:

  • hartkloppingen, bonzend hart of versnelde hartactie
  • transpireren
  • trillen of beven
  • gevoel van ademnood of verstikking
  • naar adem snakken
  • pijn of onaangenaam gevoel op de borst
  • misselijkheid of buikklachten
  • gevoel van duizeligheid, onvastheid, licht in het hoofd of flauwte
  • derealisatie (gevoel van onwerkelijkheid) of depersonalisatie (gevoel los van zichzelf te staan)
  • angst de zelfbeheersting te verliezen of gek te worden
  • angst dood te gaan
  • paresthesieën (verdoofde of tintelende gevoelens)
  • opvliegers of koude rillingen

Als u vier van de bovenstaande verschijnselen herkent, dan spreken we van een paniekaanval. Als u dit vaak heeft spreken we van een paniekstoornis.

Paniek ontstaat in een periode dat mensen erg gespannen zijn. Door deze spanningen ervaren mensen allerlei lichamelijke klachten. Men denkt nu niet: "Wat vervelend dat ik zo gespannen ben", maar men gaat zich druk maken over het bonzen van het hart, het zweten, of de andere klachten. Hierdoor wordt de spanning erger en men wordt bang. Hoewel het heel vervelend is om bang te zijn, kan men het beste de angst gelaten over zich heen laten gaan totdat deze zakt.