Dwangmatige trekken

Mensen met dwangmatige trekken zijn perfectionistisch en hebben een sterke behoefte aan controle. Het gaat om harde werkers, die gewaardeerd worden om hun inzet en die in hun vak meestal ook iets bereiken. Maar er kunnen ook nadelen kleven aan een perfectionistisch karakter. Sommige mensen werken zo hard dat zij zichzelf uitputten. Of het werk kost erg veel tijd. Soms stelt men zulke hoge eisen dat men tegen taken op gaat zien. Men kan niet meer ontspannen, altijd is er een knagend gevoel dat er plichten wachten. Sommige mensen proberen om dingen te controleren die niet rechtstreeks te beïnvloeden zijn, zoals slapen, ontspannen, genieten van seks. Als je wilt ontspannen is het nodig jezelf toestemming te geven  niks te doen of iets leuks te doen. 

Uitputting

Mensen die niet stoppen als ze te moe worden, raken uitgeput. Uitputting kan leiden tot tal van klachten, zoals depressie en angst. Bij mijn klanten met uitputtingsverschijnselen zie ik vaak een heel ongelijkmatige patroon van activiteiten. Op de langere termijn: mensen werken veel harder dan een ander, en dit wordt gevolgd door een periode van weinig activiteit, men wordt ziek, raakt uitgeput of depressief. Als dit over is gaat men weer keihard aan het werk. Ook op de kortere termijn zie je ongelijkmatigheid: op maandag wordt er heel hard gewerkt. Op zo’n moment voelt men zich prettig: men ervaart een gevoel van controle, men voelt zich sterk en gewaardeerd. De dag daarna is men uitgeput, men is somber, ervaart geen controle. Na een paar dagen gaat het weer en dan gaat men weer te hard aan de slag, en zo herhaalt het patroon zich. Beter is het op de actieve dag minder te doen, zodat de dagen daarna beter gaan. Alles bij elkaar doet men dan meer dan in het alles-of-niets patroon. Toch blijkt het in de praktijk heel erg moeilijk om dit patroon te veranderen. Dit komt doordat men zich zo prettig voelt op het moment dat alles lukt. Dat deze overmatige activiteit zal leiden tot een paar dagen van vermoeidheid en een slecht gevoel, daar wil men eenvoudigweg niet aan denken. Bij sommige van mijn patiënten  heb ik het gevoel dat zij in twee verschillende toestanden functioneren: een overactieve toestand waarin men zich sterk voelt en een uitgeputte, sombere toestand. De lijfspreuk van mijn dwangmatige klanten is: ‘het moet kunnen’. Zij blijven dit zeggen, ook als het in de praktijk niet kan. 

Regels bij uitputting

  • Men mag moe zijn aan het einde van de dag, maar men moet niet zoveel doen dat men er de volgende dag nog moe van is. Als je dit te lang doet, dan kun je in een toestand van uitputting geraken waarvan het moeilijk is te herstellen. Als je regelmatig zoveel doet dat je de volgende dag niet uitgerust wakker wordt, dan moet je gaan bedenken hoe de dag ervoor je programma zodanig had kunnen verlichten dat je er de volgende dag niet moe van bent.
  • Zorg voor een regelmatig programma van leven en van activiteiten. Sta elke dag op dezelfde tijd op en ga op dezelfde tijd naar bed, eet op dezelfde momenten. Zorg dat je elke dag actief bent, doe elke dag niet te veel en niet te weinig.
  • Bedenk dat u elke keer dat u over uw grenzen gaat en u dagen tot weken nodig heeft om te herstellen van uitputting, u uw genezing vertraagt. Te weinig activiteit is ook niet verstandig.

Als u het moeilijk vindt om gelijkmatiger te leven, dan moet er gekeken worden naar de manier waarop u denkt. Er worden hier een paar voorbeelden gegeven van een perfectionistische manier van denken.

Eerste voorbeeld

Een kennis wilde houtjes hakken. Hij had bedacht dat hij een stapel hout gekliefd wilde hebben. Halverwege kreeg hij pijn aan zijn arm. Hij dacht: moet kunnen en ging door. Aan het einde van de middag had hij de stapel hout gekliefd. Hij had dus op de korte termijn controle, hij had gedaan wat hij wilde doen.De volgende dag had hij een tennisarm, hij heeft een half jaar geen hout kunnen klieven en ook niet kunnen tennissen. Op langere termijn had hij geen controle.

Ikzelf heb ook graag controle maar dan op de langere termijn. Ik was onmiddelijk gestopt toen ik pijn in mijn arm kreeg, ik had de controle op de korte termijn opgegeven. Maar wel had ik met mezelf afgesproken de rest van het hout te klieven als mijn arm geen pijn meer deed. De controle krijg je door de deal die je met jezelf maakt en je ook doet wat je met jezelf afspreekt.

Tweede voorbeeld

Ik had een studente in therapie die na twee uur studeren moe was en geen informatie meer opnam. Toch bleef ze nog twee uur achter de boeken zitten, dit gaf haar een veilig gevoel. De volgende dag was ze moe en kon ze de les moeilijk volgen. Toen ze met zichzelf kon onderhandelen om minder lang te studeren en meer pauzes te nemen, ging het beter. Zo kun je door succesvol met jezelf te onderhandelen meer greep op de situatie krijgen.   Meestal lukt het mijn klanten wel om een compromis met zichzelf uit te werken. Lukt het niet, blijft de perfectionistische kant erg eisend, dan is het nodig om te vragen waarom de hoge eisen zo belangrijk zijn. Thema’s kunnen zijn:

  • Angst voor controleverlies.
  • Angst voor afwijzing.
  • Angst om afhankelijk te zijn van anderen.
  • Angst beperkingen onder ogen te zien.

Zie voor het omgaan met angst: omgaan met gevoelens.